Fiet in doem

Het is 9 uur. De werkplaats valt stil en we gaan naar de kantine waar elk een kop koffie uit de automaat trekt. Er wordt gepraat. Over niks en vanalles.
"Ik heb Ellie mit t jong zet."
Jan komt er lomp mee aan. Hij kleurt, terwijl hij zijn bekertje koffie van tafel pakt. Hij heeft het gezegd.

 "Het begroot mie van Ellie," zegt Jan nog.
Het wordt stil. Wat moet je hier van zeggen? Jan was gek met zijn Ellie. Dat was voor iedereen duidelijk. En nou dus een gedwongen huwelijk.

De stilte wordt doorbroken door Kees, een magere vent van dik in de 50 met een doorleefde kop.
"Ik wait nog best dat ik trouwen mos. Ik haar net fiet in doem."
Gelach. Het slaat weer nergens op wat Kees daar zegt. Maar de ban is gebroken.
En Jan weet dat hij niet de enige is die dit overkomt en dat hij het drama niet groter moet maken dan het is.
Aldergekst.

In september blijft Jan een dag bij huis. De volgende dag meldt hij glunder dat Janneman is geboren. En met Ellie is alles goed. Met hemzelf trouwens ook.

26 februari 1969.
Ik sta spiebanen te steken in gietijzeren tandwielen als Jan bij me komt.
"Ik bin niks nait goud," hijgt hij en grijpt zich naar zijn borst.
Ik kijk hem aan. Hij is zo geel als een darm.
"Misschien most even zitten goan," opper ik. Het is nog vroeg, dik 7 uur. We zijn net begonnen.
Het gaat niet over met Jan.
Heiko, de bedrijfsleider wordt erbij gehaald. Jan kreunt.
In het busje van het bedrijf wordt Jan naar de dokter in Hellum gebracht.
"Leg hem daar maar neer," zegt die en hij wijst achter zich in de gang.
Dan haast hij zich naar de telefoon en belt een ambulance.

Tegen 8 uur arriveert de ambulance.
Jan wordt afgevoerd naar het academisch ziekenhuis in Groningen.
Ze zijn nog geen minuut onderweg als Jan overlijdt.
Ellie is weduwe.